Bron DWH_BCSS_VarDerEmploi

Een verbetering voorstellen

Naam instelling

Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Naam

DWH_BCSS_VarDerEmploi

Geldigheidsperiode

01/01/1997 - ∞

Coverage/scope

Het bestand omvat variabelen die door de KSZ zelf gecreëerd werden voor specifieke toepassingen in het Datawarehouse. Het gaat om variabelen die niet voorhanden zijn bij de deelnemende socialezekerheidsinstellingen zelf, maar die door de KSZ geconstrueerd worden op basis van gegevens van de socialezekerheidsinstellingen. Het bestand bestaat uit drie types van variabelen:

  • Nomenclatuur van de socio-economische positie: voor het samenstellen van deze variabele baseert de KSZ zich op gegevens van RSZ, RSZPPO, RSVZ, RVA, RVP-pensioenkadaster (vanaf 2003), POD MI (vanaf 2003), RKW (vanaf 2003), NIC (vanaf 2003), RIZIV (vanaf 2003), FBZ (vanaf 2003) en FAO (vanaf 2007). Later volgt nog de integratie van VDAB/FOREM/Actiris/ADG en de populatie van de FOD SZ. Op basis van de combinatie van verschillende bronnen krijgt elk individu één enkele code toegewezen die de socio-economische situatie weergeeft van de persoon op de laatste dag van het kwartaal. Tot en met 2002 kon deze code een cumul van socio-economische posities bevatten (bv. werkend én tussenkomst van de RVA in het kader van deeltijds tijdskrediet). Vanaf 2003 bevat deze code nog slechts één socio-economische positie per individu. Personen die meerdere socio-economische posities cumuleren, worden toegewezen aan de positie die het dichtst aansluit bij de arbeidsmarkt. Zo zal de persoon die een werkend statuut combineert met een deeltijds tijdskrediet bij de werkenden ingedeeld worden. Het deeltijds tijdskrediet blijft met andere woorden verborgen in de nomenclatuur, maar kan wel teruggevonden worden in de afgeleide variabelen bij de nomenclatuur.
  • Afgeleide variabelen bij de nomenclatuur: voor het samenstellen van deze variabelen baseert de KSZ zich op gegevens van RSZ, RSZPPO, RSVZ, RVA, RVP-pensioenkadaster (vanaf 2003), POD MI (vanaf 2003), RKW (vanaf 2003), NIC (vanaf 2003), RIZIV (vanaf 2003), FBZ (vanaf 2003) en FAO (vanaf 2007). Vanaf 2003 bevat de nomenclatuurcode nog slechts één socio-economische positie per individu. De andere posities voor personen die meerdere socio-economische posities cumuleren, worden weergegeven in de afgeleide variabelen bij de nomenclatuur.
  • Afgeleide variabelen bij de tewerkstelling: voor het samenstellen van deze variabelen baseert de KSZ zich op gegevens van RSZ, RSZPPO en RSVZ. Het betreft bijkomende variabelen met betrekking tot de tewerkstelling die door de KSZ zelf gecreëerd worden.

Periodiciteit

De gegevens worden opgeslagen op vier meetmomenten per jaar, namelijk de laatste dag van ieder kwartaal.

Observatie eenheid

De observatie-eenheid is het individu.

Structuur

De gegevens van de socialezekerheidsinstellingen worden opgeslagen in bestanden per trimester en per instelling. Voor de instellingen die hun data niet op kwartaalbasis leveren gebeurt het toewijzen aan het juiste kwartaal aan de hand van de begin- en einddatum van de periode waarop de data betrekking hebben. De trimestriële bestanden van de socialezekerheidsinstellingen bevatten de gegevens die betrekking hebben op het volledige trimester, maar voor sommige instellingen is het niet duidelijk op welke periode binnen dat trimester de data betrekking hebben. In feite is het alleen mogelijk om te weten of de data betrekking hebben op de laatste dag van het kwartaal of niet.

De koppeling van de gegevens van de verschillende socialezekerheidsinstellingen gebeurt op basis van het gecodeerd Identificatienummer van de Sociale Zekerheid (INSZ).

Bijzonderheden/opmerkingen

/

Links

http://www.ksz-bcss.fgov.be/