Bron DWH_SPPIS_Formulaires

Een verbetering voorstellen

Naam instelling

POD Maatschappelijke Integratie

Naam

DWH_SPPIS_Formulaires

Geldigheidsperiode

01/10/2002 - ∞

Coverage/scope

De gegevens in het bestand DWH_SPPIS_Formulaires hebben betrekking op de tewerkstellingsmaatregelen van de OCMW's of op elke andere maatregel hieromtrent ter bevordering van de socioprofessionele integratie van de gerechtigden op een leefloon of op een maatschappelijke steun die aanleiding geeft tot een terugbetaling.

De gegevens zijn beschikbaar vanaf 1 oktober 2002 (datum van inwerkingtreding van de wetgeving met betrekking tot het leefloon die de oude wetgeving met betrekking het bestaansminimum vervangt).

Zie bijlage3 voor een overzicht van de voorwaarden voor tewerkstelling met toepassing van artikel 60§ 7. Zie bijlage4 voor een overzicht van de voorwaarden voor een tewerkstelling met toepassing van artikel 61. Zie bijlage5 voor een overzicht van de maatregel socioprofessionele integratie. Zie bijlage6 voor een overzicht van het geïndividualiseerde project voor maatschappelijke integratie. Zie bijlage7 voor een overzicht van de maatregel partnerschapsovereenkomst. Zie bijlage8 voor een overzicht van de activeringsmaatregelen gelinkt aan een OCMW.

Periodiciteit

De gegevens worden twee maal per jaar geleverd, in mei en in november. De gegevens geleverd in mei hebben betrekking op de laatste twee kwartalen van het jaar A-2, de gegevens geleverd in november hebben betrekking op de eerste twee kwartalen van het jaar A-1. De actualiseringstermijn bedraagt aldus 15 maanden.

De basisgegevens zijn maandelijkse gegevens. Ze worden aan hun respectieve kwartaal toegekend in functie van de begindatum (DPAY1STDAY) en van de einddatum van tussenkomst van het OCMW (DPAYLSTDAY).

Observatie eenheid

Het individu vormt de observatie-eenheid.

Structuur

Wat het bestand DWH_SPPIS_Formulaires betreft, dient het identificatienummer van de gerechtigde op de maatregel als identificatiemiddel.

Bijzonderheden/opmerkingen

De gegevens laten toe om een onderscheid te maken tussen de personen die ressorteren onder de wetgeving over de maatschappelijke integratie en de personen die ressorteren onder de wetgeving over de maatschappelijke hulp.

Het recht op maatschappelijke integratie wordt toegekend aan de personen die aan de wettelijke voorwaarden voldoen en die in het bevolkingsregister zijn ingeschreven, dus ook aan de personen met een buitenlandse nationaliteit die in dat register zijn ingeschreven. Sommige personen die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister of in het wachtregister hebben echter recht op maatschappelijke integratie. Dit is het geval voor de personen die tot één van de volgende categorieën behoren: (1) burger van de Europese Unie of persoon die hem begeleidt in het kader van een gezinshereniging en die beschikt over een verblijfsvergunning van meer dan 3 maanden; (2) erkende staatloze, (3) erkende vluchteling. De eerste categorie van personen kan voorkomen in het vreemdelingenregister maar niet in het wachtregister. De tweede en derde categorie kunnen zowel in het vreemdelingenregister als in het wachtregister voorkomen.

Het recht op maatschappelijke hulp wordt toegekend aan de personen die aan de wettelijke voorwaarden voldoen en die in het vreemdelingenregister of in het wachtregister zijn ingeschreven.

Al de maatregelen die hier worden beschreven, zijn toegankelijk voor zowel de personen (en sinds 2005 voor hun partner) die gerechtigd zijn op de maatschappelijke integratie als de personen die in het vreemdelingenregister zijn ingeschreven (en sinds 2005 voor hun partner) en die gerechtigd zijn op maatschappelijke hulp. De personen die in het wachtregister zijn ingeschreven, die van bepaalde maatregelen genieten en die niet in aanmerking komen voor een terugbetaling door de Staat, komen niet voor in de DWH_SPPIS_Formulaires-gegevens.

De DWH_SPPIS_Formulaires-gegevens hebben immers enkel betrekking op de tussenkomsten van de OCMW's die recht kunnen geven op een terugbetaling door de Federale Staat. Alle andere tussenkomsten van de OCMW's die niet tot dit kader behoren, worden niet in het gegevensbestand DWH_SPPIS_Formulaires geïdentificeerd.

Hoewel alle maatregelen op soortgelijke wijze van toepassing zijn voor beide wetgevingen, is de lijst van de variabelen die deze maatregelen beschrijven niet identiek voor beide wetgevingen. Dit verklaart waarom sommige variabelen ofwel enkel voor de maatschappelijke hulp, ofwel enkel voor de maatschappelijke integratie worden ingevuld. Deze informatie staat in de rubriek " Bijzonderheden/opmerkingen " van de beschrijvende fiches van de verschillende variabelen.

De gegevens hebben enkel betrekking op personen die over een INSZ beschikken omdat dit nummer het fundamentele identificatie-element is om een betalingsdossier in verband te brengen met een bepaald individu.

Links

http://www.mi-is.be/be-nl/start

Een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7

Een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, is een vorm van maatschappelijke hulpverlening waarbij het OCMW een persoon een baan bezorgt met een welbepaald doel. In de meeste gevallen treedt het OCMW zelf als werkgever op.

De bedoeling van een tewerkstelling met toepassing van artikel 60, § 7, is om mensen die uit de arbeidsmarkt zijn gestapt of “gevallen” opnieuw in te schakelen in het stelsel van de sociale zekerheid en in het arbeidsproces. Het OCMW kan aan een persoon een tewerkstelling in het kader van artikel 60, § 7 aanbieden voor twee doeleinden: om hem of haar in staat te stellen werkervaring op te doen en/of om ervoor te zorgen dat hij of zij opnieuw een beroep kan doen op een sociale uitkering (in de meeste gevallen is dit een werkloosheidsuitkering).

Een tewerkstelling met toepassing van artikel 61

Artikel 61 geeft aan een OCMW de mogelijkheid om een overeenkomst af te sluiten met een openbare of privé-instelling voor de realisatie van de hem toevertrouwde taken en doelstellingen. Om ook de tewerkstelling in privé-ondernemingen aan te moedigen, werd er beslist om een toelage aan de OCMW’s toe te kennen voor elke rechthebbende op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp die via deze overeenkomst in de privésector tewerkgesteld wordt. Deze toelage moet volledig besteed worden aan de begeleiding en/of opleiding van de tewerkgestelde.
Artikel 61 steunt op twee ideeën:

  • de samenwerking die altijd in een overeenkomst moet worden vastgelegd. Dit is de belangrijkste doelstelling van artikel 61.
  • het element toelage zit niet vervat in artikel 61 van de organieke wet, maar wel in de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en in de wet van 2 april 1965. De toelage wordt enkel toegekend in het kader van samenwerkingsakkoorden via dewelke het OCMW een rechthebbende op maatschappelijke integratie of financiële maatschappelijke hulp tewerkstelt bij een privé-onderneming. Het kan gaan om een terbeschikkingstelling (het OCMW is en blijft de juridische werkgever en vertrouwt de werknemer toe aan de privé-onderneming) of de privé-onderneming kan zelf de werkgever van de rechthebbende worden. De toelage is hoofdzakelijk bedoeld om de werknemer een opleiding en begeleiding aan te bieden op de arbeidsplaats. Zowel het OCMW als de privé-onderneming kunnen hiervoor zorgen. In de overeenkomst met de privé-onderneming wordt de inhoud van de omkadering en van de opleiding vastgelegd alsook de partij die ermee belast wordt. Deze afspraken en de modaliteiten ervan bepalen wie uiteindelijk de toelage krijgt. Deze toelage wordt de “omkaderings- en opleidingspremie” genoemd.

De volgende personen kunnen door het OCMW tewerkgesteld worden bij een privé-onderneming en daarbij recht geven op een toelage indien zij een begeleiding en/of opleiding krijgen:
de rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp ; vóór de inwerkingtreding van de wet op de maatschappelijke integratie (mei 2005) ging het om de buitenlanders die ingeschreven waren in het vreemdelingenregister en die omwille van hun nationaliteit geen aanspraak konden maken op het recht op maatschappelijke integratie. De rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp met de hoedanigheid van politiek vluchteling die ingeschreven zijn in het wachtregister openen niet het recht op een omkaderings- en opleidingspremie.
Enkel een tewerkstelling bij een privé-onderneming geeft recht op een omkaderings- en opleidingspremie. Onder “privé-onderneming” dient te worden verstaan: iedere natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon die een activiteit met winstoogmerk uitoefent.

Socioprofessionele integratie

De socioprofessionele integratie verwijst naar een specifieke reglementering (art. 35 van het KB van 11 juli 2002) die bepaalt dat een gedeelte van de inkomsten van de begunstigde vrijgesteld kan worden. Op die manier worden de begunstigden ertoe aangezet om werk te zoeken, een beroepsopleiding aan te vatten of voort te zetten.

Het geïndividualiseerde project voor maatschappelijke integratie

Het recht op integratie in de vorm van tewerkstelling kan worden toegekend aan eenieder die de voorwaarden vervult om aanspraak te maken op maatschappelijke integratie. Voor jongeren onder de 25 jaar is dit zelfs de enige vorm waaronder het recht op maatschappelijke integratie kan worden toegekend, tenzij ze niet kunnen werken om gezondheids- of billijkheidsredenen.

Het OCMW kan de maatschappelijke integratie bevorderen door de tewerkstelling van personen die recht hebben op maatschappelijke integratie. Het OCMW kan verschillende rollen aannemen om deze opdracht van tewerkstelling te volbrengen.

Voor personen die niet rechtstreeks kunnen worden tewerkgesteld, kan een geïndividualiseerd project van maatschappelijke integratie worden uitgewerkt via een beroepsopleiding, de voltooiing van studies of een proces van socialisatie.

Dit project beschrijft het traject van inschakeling of tewerkstelling van de rechthebbende en de inspanningen waartoe beide partijen - het OCMW en de rechthebbende - zich verbinden om het traject tot een goed einde te brengen. Een geïndividualiseerd project van maatschappelijke integratie is dus in essentie een verbintenis tussen de twee partijen. Er kunnen ook derden bij betrokken worden, op wie een beroep gedaan wordt om bepaalde doelstellingen van het project te bereiken (bijvoorbeeld een opleidingsinstelling, een centrum voor geestelijke gezondheidszorg). Tijdens het project heeft de begunstigde recht op een leefloon tot op het moment dat hij een arbeidsovereenkomst verkrijgt.

Volgens de wet is het geïndividualiseerde project van maatschappelijke integratie verplicht voor jongeren die niet onmiddellijk hun plaats vinden op de arbeidsmarkt. Het project is er aldus op gericht de kansen van de rechthebbende op een professionele inschakeling te verhogen.

Partnerschapsovereenkomst

Partnerschapsovereenkomst is een maatregel waarbij het OCMW een partnerschapsovereenkomst afsluit met de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en/of één of meerdere door deze dienst erkende partners voor de individuele begeleiding van een rechthebbende met het oog op zijn tewerkstelling in de reguliere arbeidsmarkt. De partners met wie het OCMW samenwerkt, ontvangen een financiële tegemoetkoming vanwege het OCMW voor de uitvoering van de opdracht waarmee ze via het partnerschap belast werden.

Begunstigden :

de rechthebbenden op maatschappelijke integratie in de vorm van een leefloon;

de rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp; het gaat om buitenlanders die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister en die geen aanspraak kunnen maken op het recht op maatschappelijke integratie;

de werknemers tewerkgesteld in toepassing van artikel 60, § 7, voor wie het OCMW een toelage ontvangt;

de werknemers die tewerkgesteld zijn in een doorstromingsprogramma, in de sociale inschakelingseconomie of in het kader van het Activa-plan en voor wie het OCMW financieel tussenkomt in de loonkost (met uitzondering van de werknemers die tewerkgesteld zijn in een privé-onderneming).

→ voor zover ze bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling ingeschreven zijn als vrijwillige of niet-werkende werkzoekende.

Specifieke voorwaarden:

Voor iedere rechthebbende voor wie het OCMW beslist een partnerschap aan te gaan met de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en/of één of meerdere door deze dienst erkende partners, dient het OCMW een individuele partnerschapsovereenkomst af te sluiten waarin duidelijk beschreven staat: welke acties de geïndividualiseerde begeleiding zal omvatten; of de individuele opvolgingsmodule 100 dan wel 50 opvolgingsuren zal omvatten.

Voor de geïndividualiseerde begeleiding van de rechthebbende dienen de partners gebruik te maken van de methodes van actieve zoektocht naar werk en/of jobcoaching.

Indien de rechthebbende tewerkgesteld is in het kader van een inschakelingsmaatregel van het OCMW, moet de geïndividualiseerde begeleiding:

→ voor de helft uitgevoerd worden tijdens de laatste drie maanden van zijn arbeidsovereenkomst en voor de helft tijdens de drie maanden die volgen op zijn tewerkstelling indien het gaat om een begeleidingsmodule van 100 uren;

→ uitgevoerd worden tijdens de laatste drie maanden van zijn arbeidsovereenkomst indien het gaat om een begeleidingsmodule van 50 uren.

Als de rechthebbende tewerkgesteld wordt vóór het einde van zijn geïndividualiseerd begeleidingsplan en hij zijn baan binnen de drie maanden verliest, moet(en) de partner(s) het begeleidingsplan voortzetten voor het resterende aantal uren, zoals oorspronkelijk in de individuele partnerschapsovereenkomst was vastgesteld.

De partners met wie het OCMW kan samenwerken, moeten erkend zijn door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling op het vlak van de methodologie die ze toepassen voor deze specifieke vorm van geïndividualiseerde begeleiding.

Het OCMW dat het partnerschap aangaat, kan zelf een deel van de uitvoering van de samenwerking op zich nemen op voorwaarde dat de door het OCMW toegepaste methodologie erkend is door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling in het kader van deze maatregel. Op dezelfde manier kunnen andere OCMW’s als partner optreden. Het aandeel van één of meerdere OCMW’s in het partnerschap mag nooit meer bedragen dan 50 % van de totaliteit van de opdracht.

Activeringsmaatregelen OCMW

Het betreft het systeem waarbij een OCMW financieel tussenkomt in de kosten voor de professionele integratie van een rechthebbende op maatschappelijke integratie of op financiële maatschappelijke hulp. Dit systeem werd opgevat als de tegenhanger van het activeringssysteem dat van toepassing is in de werkloosheidsreglementering. Beide stelsels houden een subsidiëring van de loonkost in bij welbepaalde tewerkstellingsprogramma’s die worden opgezet om moeilijk te plaatsen werkzoekenden opnieuw in de arbeidsmarkt in te schakelen. De financiële tegemoetkoming bevordert de tewerkstelling van personen die normaal gezien niet aangeworven worden door een werkgever omwille van een vermeende lagere productiviteit. Deze lagere productiviteit kan het resultaat zijn van een langdurige werkloosheid, een gebrek aan opleiding en/of arbeidsattitude, maatschappelijke en/of relationele problemen, enzovoort. De financiële tussenkomst wordt geacht dit verschil in productiviteit te compenseren. De uiteindelijke bedoeling is dat deze werknemers na afloop van de gesubsidieerde tewerkstelling kunnen doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt op basis van hun opgebouwde werkervaring.

Naast de stelsels waarbij het OCMW financieel tussenkomt in de loonkost, bestaat ook de mogelijkheid om samenwerkingsverbanden te financieren die het OCMW aangaat met welbepaalde partners teneinde de socio-professionele integratie van gerechtigden te verwezenlijken of minstens te bevorderen.

Begunstigden :

  • de rechthebbenden op maatschappelijke integratie;
  • de rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp; het gaat om buitenlanders die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister en die geen aanspraak kunnen maken op het recht op maatschappelijke integratie.

Het OCMW kan niet financieel tussenkomen voor de rechthebbenden op een financiële maatschappelijke hulp die de hoedanigheid van kandidaat-politiek vluchteling hebben en die ingeschreven zijn in het wachtregister.

Inschakelingsinitiatieven waarvoor het OCMW financieel kan tussenkomen ?

1) Het OCMW kan financieel tussenkomen in de loonkost van de werknemer in het kader van vier tewerkstellingsprogramma’s:

  1. het Activa-plan,
  2. de sociale inschakelingsinitiatieven (SINE-tewerkstelling),
  3. de doorstromingsprogramma’s,
  4. de invoeginterim.

ACTIVA

Dit is een algemeen programma ter bevordering van de tewerkstelling van (langdurig) werkzoekenden. In principe kunnen alle werkgevers van de privésector en bepaalde werkgevers van de openbare sector er een beroep op doen. De werkgever die een (langdurig) werkzoekende aanwerft, kan aanspraak maken op een forfaitaire vrijstelling van werkgeversbijdragen en een financiële tegemoetkoming in de loonkost. Deze voordelen zijn beperkt in de tijd. Deze beperking in de tijd wordt bepaald door de leeftijd en de werkloosheidsduur van de aangeworven werknemer en door het soort Activa-plan.

Het Activa-plan bestaat uit meerdere stelsels, die ieder op specifieke doelgroep-werknemers of -werkgevers gericht zijn. Gerechtigden op maatschappelijke integratie of een financiële maatschappelijke hulp kunnen tewerkgesteld worden in volgende stelsels:

  • het Activa-plan (algemeen);
  • het Activa-plan “Plus” (gericht op de tewerkstelling in gemeenten met een verhoogde werkloosheids- of armoedegraad);
  • het Activa-plan “Preventie- en Veiligheidspersoneel” (de zogeheten “stadswachten” - bedoeld voor gemeenten die een veiligheidscontract met de minister van Binnenlandse Zaken hebben gesloten).

SINE

Dit is een tewerkstellingsprogramma dat bedoeld is om moeilijk te plaatsten werkzoekenden opnieuw in te schakelen in de arbeidsmarkt. De tewerkstelling gebeurt in de sector van de sociale inschakelingseconomie, in bedrijven die erop gericht zijn om langdurig werklozen en risicogroepen met problemen allerhande te begeleiden bij het arbeidsproces. Het sociale inschakelingsinitiatief dat een doelgroepwerknemer aanwerft, kan aanspraak maken op een forfaitaire vrijstelling van werkgeversbijdragen en een financiële tegemoetkoming in de loonkost, al dan niet beperkt in de tijd.

De uiteindelijke bedoeling van het stelsel is dat een aantal SINE-werknemers na afloop van hun tewerkstelling bij een sociaal inschakelingsinitiatief in de reguliere arbeidsmarkt terecht kunnen op basis van hun opgebouwde werkervaring. Er wordt echter rekening gehouden met het feit dat dit niet voor alle werknemers weggelegd is.

DOORSTROMINGSPROGRAMMA’S

Dit zijn tewerkstellingsprogramma’s die bedoeld zijn om tegemoet te komen aan maatschappelijke behoeften in de socio-culturele sector, de sportsector, de vrijetijdssector of de milieusector, waaraan niet of onvoldoende tegemoet gekomen wordt via het reguliere arbeidscircuit. Tevens bieden deze programma’s aan (langdurig) werkzoekenden de mogelijkheid om werkervaring op te doen om zo hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren en eventueel door te stromen naar een regulier arbeidscontract. De werkgever die een doelgroepwerknemer aanwerft, kan aanspraak maken op een forfaitaire vrijstelling van werkgeversbijdragen en een financiële tegemoetkoming in de loonkost. Deze voordelen zijn beperkt in de tijd.

INVOEGINTERIM

Het betreft een tewerkstellingsprogramma in samenwerking met de uitzendsector.

Uitzendkantoren kunnen een overeenkomst sluiten met de minister van Maatschappelijke Integratie waarin ze zich voor dit tewerkstellingsprogramma engageren. Dit engagement houdt in dat ze een rechthebbende op maatschappelijke integratie of op financiële maatschappelijke hulp voltijds aanwerven met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. In de loop van deze arbeidsovereenkomst probeert het uitzendkantoor de werknemer aan de hand van uitzendopdrachten werkervaring aan te reiken en op termijn een blijvende tewerkstelling bij een derde werkgever. Tevens moet het uitzendkantoor de werknemer de nodige opleiding en omkadering bieden. In ruil voor dit engagement krijgt het uitzendkantoor gedurende twee jaar een loonsubsidie.

2) Het OCMW kan een partnerschap aangaan met de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en/of één of meerdere door deze dienst erkende partners voor de individuele begeleiding van een rechthebbende met het oog op zijn tewerkstelling in de reguliere arbeidsmarkt.