Naam

Bedrag

Afkorting

Bedrag

Thema

Moederschapsbescherming, Primaire arbeidsongeschiktheid, Ziekte

Definitie/omschrijving

Bedrag van de uitkering

Bron

DWH_CIN

Instelling

Nationaal Intermutualistisch College

Geldigheidsperiode

01/01/2003 - ∞

Meetniveau

Metrisch

Bijzonderheden/opmerkingen

  • Werknemers ontvangen een uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid (code 1) na een periode van gewaarborgd loon. Voor arbeiders bedraagt deze periode van gewaarborgd loon in de data 14 dagen (hoewel de werkgever vanaf dag 15 tot en met dag 30 nog 28,88% van het normale loon bijpast bovenop de toelage van het ziekenfonds) en voor bedienden 30 dagen. Indien de bediende een contract van bepaalde tijd heeft van minder dan 3 maanden bedraagt de duur van de periode van gewaarborgd loon 14 kalenderdagen. Er is geen periode van gewaarborgd loon voor arbeiders met minder dan een maand anciënniteit. Afwijkingen hierop kunnen worden vastgelegd in een CAO. Gedurende de periode van primaire arbeidsongeschiktheid kan een werknemer op advies van de geneesheer het werk gedeeltelijk of volledig hervatten. Merk op dat vanaf 01.01.2014 de carensdag (voor arbeiders) en de proefperiode geen impact meer hebben op de periode van gewaarborgd loon.
  • Gedurende de eerste 6 maanden van de primaire arbeidsongeschiktheid, met uitzondering van de periode van gewaarborgd loon, ontvangen de werknemers een uitkering van 60% van het laatst verdiende brutoloon, begrensd door een maximumbedrag. Vanaf de zevende maand ontvangt men een uitkering van 60% van het brutoloon, rekening houdend met een minimum- en maximumbedrag die afhankelijk zijn van de gezinstoestand.
  • Voor werklozen mag gedurende de eerste zes maanden van primaire arbeidsongeschiktheid (er is geen periode van gewaarborgd loon) het bedrag van de uitkering niet hoger liggen dan de werkloosheidsuitkering waarop ze recht hebben indien ze niet arbeidsongeschikt zouden zijn. Vanaf de eerste dag van de zevende maand kan dit wel en bedraagt de uitkering 60% van het brutoloon, onderworpen aan een minimum en maximum die afhankelijk zijn van de gezinstoestand.
  • Zelfstandigen ontvangen pas een uitkering na een niet vergoed tijdvak van één maand (= carensperiode). Het forfaitaire dagbedrag voor zelfstandigen met gezinslast bedraagt 56,17 euro, voor alleenstaanden 42,85 euro en voor samenwonenden 34,47 euro. Deze bedragen gelden op 01/06/16. Gedurende de eerste 30 dagen van het zwangerschapsverlof ontvangen de werknemers 82% van het brutoloon ten laste van de verzekeringsinstelling, vanaf de 31ste dag bedraagt de uitkering 75% van het begrensde brutoloon. Werklozen in zwangerschapsverlof ontvangen gedurende de eerste 30 dagen 60% brutoloon waarop de werkloosheidsuitkering is berekend, beperkt tot het bedrag van de werkloosheidsuitkering, en een supplement van 19,50% van het referteloon. Vanaf de 31ste dag bedraagt dit supplement 15%.

De zelfstandigen ontvangen een forfaitair bedrag gedurende het zwangerschapsverlof (458,31 euro per week op 01/06/16).

  • De uitkering voor de werkverwijdering wegens borstvoeding bedraagt 60% van het begrensde brutoloon en wordt gedurende maximum 5 maanden na de bevalling uitgekeerd. Deze regeling is enkel van toepassing voor werknemers en werklozen indien ze voldoen aan de verzekeringsvoorwaarden om aanspraak te kunnen maken op uitkeringen.
  • In het kader van het vaderschapsverlof (code 8) ontvangt de vader bij overlijden van de moeder een uitkering van 82% van het begrensde brutoloon of van de werkloosheidsvergoeding. Bij hospitalisatie van de moeder ontvangen de werknemers gedurende de eerste 30 dagen van het zwangerschapsverlof 82% van het brutoloon ten laste van de verzekeringsinstelling, vanaf de 31ste dag bedraagt de uitkering 75% van het begrensde brutoloon. Werklozen ontvangen gedurende de eerste 30 dagen 60% brutoloon waarop de werkloosheidsuitkering is berekend, beperkt tot het bedrag van de werkloosheidsuitkering, en een supplement van 19,50% van het referteloon. Vanaf de 31ste dag bedraagt dit supplement 15%. Deze regeling is enkel van toepassing voor werknemers en werklozen.
  • Bij het nieuwe vaderschapsverlof bedraagt de uitkering 82% van het begrensde brutoloon. Deze regeling is enkel van toepassing voor werknemers en werklozen.
  • In het kader van het adoptieverlof ontvangen de werknemers tijdens de eerste 3 dagen hun loon ten laste van de werkgever, gedurende de rest van het verlof ontvangt men een uitkering van 82% van het begrensde brutoloon ten laste van de verzekeringsinstelling. De zelfstandigen ontvangen gedurende de ganse periode een forfaitair bedrag (458,31 euro per week op 01/06/16).
  • Men ontvangt slechts één uitkering wegens primaire arbeidsongeschiktheid wanneer er een cumul is van meerdere jobs of een job en een werkloosheidsuitkering.
  • Een persoon die zich in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid bevindt (srt_dagen = 01), ontvangt geen uitkering indien de uitkering is verminderd tot nul.

Internationale compatibiliteit

/