Koninklijk besluit van 8 februari 1991 betreffende de samenstelling en de wijze van toekenning van het identificatienummer van de natuurlijke personen die niet ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen

Artikel 1.

Het identificatienummer van de natuurlijke personen die niet zijn ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen bestaat uit elf cijfers.

Een eerste groep van dit nummer bestaat uit zes cijfers en stelt de geboortedatum voor, aangepast overeenkomstig artikel 2.

Een tweede groep bestaat uit drie cijfers en wordt reeksnummer genoemd.

Een derde groep bestaat uit twee cijfers en wordt controlenummer genoemd.

Art. 2.

De eerste twee cijfers van de eerste groep duiden het geboortejaar van de persoon aan, het vijfde en het zesde cijfer de geboortedag.

Het derde en het vierde cijfer duiden de geboortemaand aan, verhoogd met 40 indien het geslacht van de persoon is gekend op het ogenblik van de toekenning van het nummer, of verhoogd met 20 indien het geslacht van de persoon niet is gekend op het ogenblik van de toekenning van het nummer.

Art. 3.

Het reeksnummer wordt gevormd door het volgnummer van inschrijving van de persoon in de eerste groep. Indien het geslacht van de persoon is gekend op het ogenblik van de toekenning van het nummer, krijgt een vrouwelijk persoon een even en een mannelijk persoon een oneven reeksnummer.

Art. 4.

Het controlenummer wordt berekend door het getal van negen cijfers, dat gevormd wordt door de aaneenschakeling van de geboortedatum en het reeksnummer te delen door 97. De rest van deze deling wordt van 97 afgetrokken. Het aldus bekomen verschil is het controlenummer.

[Voor de personen die geboren zijn in of na het jaar 2000 wordt de berekening bedoeld in het voorgaande lid echter uitgevoerd door de negen cijfers te laten voorafgaan door het cijfer 2.- ingevoegd bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 oktober 1998 (Belgisch Staatsblad van 11 november 1998)]

Art. 5.

Indien de dag of de maand van de geboorte van een persoon niet gekend zijn, wordt de geboortedatum als volgt samengesteld :

  • de eerste twee cijfers duiden het geboortejaar aan, het derde cijfer is een 4 of een 2, naargelang het geslacht van de persoon al dan niet gekend is op het ogenblik van de toekenning van het nummer, en het vierde, vijfde en zesde cijfer zijn nullen;
  • het reeksnummer wordt gevormd door het volgnummer van inschrijving van de persoon in de eerste groep.

Indien het geboortejaar van een persoon niet gekend is, zijn het eerste, het tweede, het vierde en het vijfde cijfer van de geboortedatum nullen, het derde cijfer een 4 of een 2, naargelang het geslacht van de persoon al dan niet gekend is op het ogenblik van de toekenning van het nummer, en het zesde cijfer een 1.

Wanneer de mogelijkheden van het reeksnummer uitgeput zijn, wordt bij een nieuwe inschrijving het zesde cijfer van de geboortedatum met één eenheid verhoogd en wordt terzelfdertijd de inschrijving in het reeksnummer van bij de aanvang hervat.

Art. 6.

[Een identificatienummer dat toegekend werd, mag niet hergebruikt worden. – vervangen bij artikel 2 van het van het koninklijk besluit van 13 oktober 1998 (Belgisch Staatsblad van 11 november 1998)]

Art. 7.

[... – opgeheven bij artikel 3 van het van het koninklijk besluit van 13 oktober 1998 (Belgisch Staatsblad van 11 november 1998)]

Art. 8.

Indien twee of meer identificatienummers aan eenzelfde persoon werden toegekend, wordt slechts één identificatienummer behouden. De andere nummers worden vernietigd. Bij de vaststelling van het nummer dat wordt behouden wordt, in dalende volgorde, voorrang gegeven aan :

  • het identificatienummer toegekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen;
  • het identificatienummer toegekend in uitvoering van onderhavig besluit waaruit de geboortedatum of een deel ervan en het geslacht kunnen worden afgeleid;
  • het identificatienummer toegekend in uitvoering van onderhavig besluit waaruit enkel de geboortedatum of een deel ervan kan worden afgeleid;
  • het identificatienummer toegekend in uitvoering van onderhavig besluit waaruit enkel het geslacht kan worden afgeleid;
  • het identificatienummer toegekend in uitvoering van onderhavig besluit met het hoogste reeksnummer.

Art. 9.

Een nummer toegekend overeenkomstig onderhavig besluit wordt niet gewijzigd wanneer de erin vermelde gegevens in verband met de geboortedatum of het geslacht van de persoon na de toekenning van het nummer onjuist blijken te zijn.

Art. 10.

De machtiging of de verplichting tot het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen impliceert de machtiging of verplichting tot het gebruik van het identificatienummer bedoeld in artikel 1, voor dezelfde doeleinden en volgens dezelfde voorwaarden.

Art. 11.

Het identificatienummer van de natuurlijke personen die niet zijn ingeschreven in het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt toegekend door de Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

Art. 12.

Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het artikel 2 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1990 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

Art. 13.

Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Onze Minister van Pensioenen, Onze Staatssecretaris voor Middenstand, Onze Staatssecretaris voor Financiën, Onze Staatssecretaris voor Volksgezondheid en Gehandicaptenbeleid en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

l'exécution du présent arrêté.